Slechts 3 van de 9 vliegtuigen weten na zijn aanvalsvlucht een veilige terughaven te bereiken. De zes anderen worden tijdens hun opdracht neergehaald. (Meer over deze wanhoopsdaad op bij "de beschrijving van de Belgische luchtmacht ten tijde van mei 1940").
Wegens het falen van deze Belgische tegenactie om de bruggen over het Albertkanaal alsnog te proberen vernielen, werden er nog verschillende pogingen gedaan dit te doen door geallieerde bommenwerpers in de dagen nadien. Dezelfde namiddag zullen de Britten een gelijkaardige poging ondernemen met 42 Fairey Battles en Blenheimbommenwerpers. 33 ervan zullen worden neergehaald. Ook een hierop volgende Franse poging met 13 bommenwerpers mislukt. Hiervan komt geen enkel toestel terug.
In de Ardennen. De Duitse 7e Pantserdivisie zet zijn doortocht doorheen de Ardennen verder vanuit de regio Chabrehez naar de Ourthe.
Langs de Maas tussen Dave en Sedan. Van Franse kant dacht men toen de veldtocht begon dat de Maas minimum voor een week en zelfs tot 14 dagen zou als verdediging tegen de Duitsers gebruikt kunnen worden als daar de aanwezige bruggen van werden vernield. Alleen bleken de Duitsers veel sneler te naderen dan dat de Fransen zelf dachten die stellingen te bereiken en vlot uit te werken.
Om bovenstaande zone van 95 km te bezetten, rekende men op onderstaande Franse eenheden:
- 5ieme Division d'Infanterie Motorisée
- 18ieme Dvision d'Infanterie
- 22ieme Division d'Infanterie
- 61ieme Division d'Infanterie
- 102ieme Division d'Infanterie de Fortresse
In de ochtend van deze dag, was geen enkele van bovenstaande eenheden op deze stelling reeds aanwezig. Deze werd op dat moment enkel bezet door 2 met vrachtwagens aangevoerde bataljons en een groep van de 308e Artillerie bezetten op dat moment de beperkte zone tussen Anhée en Hastière. De rest van het te verdedigen front langs de Maas is gewoon nog onbezet en onbemand.
03:00
Bodange en Strainchamps nabij de Belgisch-Luxemburgse grens. Ook de 2e Pantserdivisie en de ondertussen op dezelfde wegen versukkelde 10e Pantserdivisie proberen door te trekken. Ze geraken echter muurvast te zitten door de overvloed van voertuigen op de wegen. Ze zouden de komende uren amper nog vooruitgang boeken.
06:00
Ledeberg. Voor 6 uur in de ochtend is het spoorwegatelier te Ledeberg bij een Duitse luchtaanval zwaar beschadigd. Duitse brandbommen vernielden hier de overdekte overladingskaai "Den Bresil".
In de ochtend
Gete-stelling. De Gete-stelling was geen echt uitgewerkt verdedigingsstelsel maar de Fransen hadden al vanaf dit moment achter de kleine Gete bij Tienen en Huy een hoeveelheid kleinere tanks opgesteld. Zij wilden op die manier de voorhoede dekken van wat nog diende door te trekken van Franse troepen naar de zone tussen Waver en Namen.
Tegen de middag
Aan het Albertkanaal. Door de doorbraak aan het Albertkanaal aan de bruggen van Veldwezelt en Vroenhoven en de val van het Fort van Eben Emael, was de stelling van het Albertkanaal nu in feite al verloren. Men moest er alles aan doen om niet teveel troepen laten verloren te gaan in mogelijke omsingelingen en gevangennemingen. Rond dit uur bereikten de eerste pantsers van Duitse kant reeds Tongeren.
De Belgen werden hierdoor voortdurend verplicht bijkomende bretellen (dwarsstellingen) op te richten om de lopende doorbraak te proberen beperken. De meest klassieke was hierbij de bretel die werd getrokken naar de Gete toe om op die manier de bres aan het Albertkanaal te proberen indijken.
Bijkomend werden ze hierbij steeds totaal overmeesterd door een doeltreffende Duitse Luftwaffe die veruit de meerdere was in de lucht en zichtbare Belgische en geallieerde stellingen en troepenbewegingen onder vuur nam zoals bv gebeurde in Bilzen, Landen en Tienen
12:30 |